-
1 mingle
v. mengen; aanpassen; mengen met; aanpassen aan[ minggl]♦voorbeelden:1 tears mingled with the blood from his forehead • tranen vermengden zich met het bloed van zijn voorhoofd2 they didn't feel like mingling • ze hadden geen zin om met de anderen te gaan praten 〈 op een feest〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
2 unite
v. verenigen; zich verenigen[ joe:najt]1 zich verenigen ⇒ samenwerken, fuseren♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
3 come between
tussenkomen,scheidencome between1 tussenbeide komen ⇒ zich bemoeien met, zich mengen in♦voorbeelden:¶ come between someone and something • iemand beletten iets te doen/van iets te genieten -
4 mell
n. zware hamer--------v. met hamer slaan; mengen; zich mengen in -
5 interfere in
interfere in -
6 interfere
v. bemoeien; hinderen, verhinderen; er je neus in steken; voorkomen[ intəfiə]1 hinderen ⇒ in de weg staan, belemmeren♦voorbeelden:interfere in • zich mengen indon't interfere • hou je erbuiten→ interfere with interfere with/ -
7 intrude
v. storen; binnenvallen; inbreken; opzijdrukken; doordringen; onbevoegde toegang[ introe:d]2 zich opdringen ⇒ ongelegen komen, storen♦voorbeelden:2 let's not intrude on/upon his time any longer • laten wij niet langer onnodig beslag leggen op zijn tijdII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 binnendringen ⇒ indringen, opdringen2 opdringen ⇒ lastig vallen, storen -
8 blend
n. mengsel; (grammatica) portmanteau-woord (woord gevormd door samenvoegen van twee woorden, bv. brunch (breakfast + lunch))--------v. (zich) vermengen, harmoniërenblend1[ blend] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————blend21 zich vermengen ⇒ een harmonieus geheel vormen, bij elkaar passen♦voorbeelden:this building blends into the landscape • dit gebouw vormt één geheel met het landschapII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 mengen ⇒ combineren, in elkaar doen overlopen♦voorbeelden:1 now blend the eggs with the butter and sugar • meng/roer nu de eieren door de boter en suiker -
9 scramble
n. geklauter; gescharrel; gegrabbel; gedrang; gevecht, worsteling; motorcross--------v. schudden (kaarten); door elkaar mengen; roeren; worstelen, moeite doen; opzij geduwd wordenscramble1[ skræmbl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————scramble2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
10 shuffle
n. geschuifel; schuifelende danspas; schudden (v. kaarten); verandering van positie; reorganisatie--------v. heen en weer bewegen; schuifelen, sloffen; schudden (kaarten); (in zijn papieren) rommelenshuffle1[ sjufl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————shuffle2♦voorbeelden:¶ shuffle out of one's responsibility • zich aan zijn verantwoordelijkheid onttrekken, zich eruit draaien♦voorbeelden:3 schuiven ⇒ al schuivend aan/uittrekken♦voorbeelden:shuffle one's papers • in zijn papieren rommelen3 〈 figuurlijk〉 try to shuffle off one's responsibility • zijn verantwoordelijkheid proberen af te schuivenshuffle on/off one's slippers • zijn pantoffels al schuifelend aan/uittrekken -
11 intermingle
-
12 mix
n. mengsel, mengeling--------v. mixen; vermengen; omgaan met; inschenken; vloeistof gieten in een goedkopere vloeistof (wijn bij water)mix1[ miks] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 mengsel————————mix2♦voorbeelden:mix with • omgaan met→ mix in mix in/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:mix one's drinks • door elkaar drinken -
13 cut into a conversation
-
14 cut into
cut into2 onderbreken ⇒ tussenbeide komen, in de rede vallen3 storend/nadelig werken op ⇒ een aanslag doen op♦voorbeelden:cut into the silence • de stilte verbreken/verstoren -
15 implicate
v. mengen (in), verwikkelen; meeslepen (naar misdaad)[ implikkeet]♦voorbeelden: -
16 intervene
v. inmengen, interveneren; hinderen; scheiden tussen; scheiden; onverwacht gebeuren[ - vie:n]1 tussenbeide komen ⇒ zich erin mengen, ertussen komen♦voorbeelden: -
17 intruding into conversations
intruding into conversations -
18 intervenience
n. Tussenbeide komen; zich erin mengen; ertussen liggend -
19 lionization
n. Het verafgoden van geëerden; het zich willen mengen in vereerd gezelschap; bezoek van interessante plaatsen
См. также в других словарях:
Hund — 1. A guate Hund ve laft se nit1 u2 an schlecht n is kua Schad. (Unterinnthal.) – Frommann, VI, 36, 63. 1) Verläuft sich nicht. 2) Und. 2. A klenst n Hund na hengt mer di grössten Prügel ou (an). (Franken.) – Frommann, VI, 317. 3. A muar Hüünjen a … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Spiel — 1. A grundehrlichs Spiel, sägt der Hämmerle von Aalen. (Aalen.) 2. Am Ende des Spiels wartet der Teufel. Engl.: Gaming has the devil at the bottom. 3. Am Spiel erkennt man, was in einem steckt. – Petri, II, 14. 4. An ein schön Spiel denkt man… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Treber — 1. Je mehr Treber, desto weniger Wein. Die Russen: Die Lese richtet sich nach den Trebern. (Altmann VI, 488.) 2. Man sol sich nicht unter die Treber mengen, dass einen nicht die Sew fressen. – Henneberg, 109. Im Oberharz: War sich unter die… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon